Zoals in zoveel gemeenten in Nederland gebeurd, bezuinigd ook de Gemeente Emmen op cultuur. De gesubsidieerde culturele instellingen hebben voor 2011 een taakstelling voorgeschoteld gekregen van 5%. In een interview voor de provinciale televisie sprak de wethouder financiën zich uit: een normaal gezonde organisatie moet dit zonder moeite kunnen verwerken.Van meerdere kanten wordt de politiek er op gewezen dat bezuinigingen op cultuur in het algemeen een averechtse werking heeft. Ik sluit mij daar in het algemeen bij aan, aangezien ik van mening ben dat culturele uitingen binnen een gemeente tot de broodnodige smeerolie van de samenleving behoort. Is dat er niet, dan loopt het stroef en krijg je andere excessen. Een voorbeeld: Als je nooit wat organiseert voor jongeren, kweek een hangcultuur van zichzelf vervelende jongeren, die vervolgens vanuit die verveling overgaan tot vandalisme.
Wel ben ik er dan ook van overtuigd dat de culturele sector een afspiegeling moet zijn van wat er in de samenleving gebeurd, of dat het zich er in ieder geval bij aansluit. Dus dat er op sommige zaken wordt bezuinigd, lijkt mij dan ook logisch. Maar ik ben tegen het gebruik van een kaasschaafmethode. En een korting van 5% op alle gesubsidieerde culturele instellingen in Emmen, riekt wat mij betreft naar zo'n methode. Er spreekt geen visie uit wat de gemeente Emmen belangrijk vindt.
Het zo in mijn ogen beter zijn om te kijken of er binnen alle organisaties geen synergie kan worden bewerkstelligt. Vanuit mijn werk kan ik hiervoor een aantal suggesties doen.
- De bibliotheek heeft een aantal jaren geleden een informatieve website in de lucht gebracht, gebaseerd op de landelijke website de G!ds. De gemeente heeft in haarr eigen website een evenementenkalender ingebouw en ook het Toeristisch Platform Emmen heeft een eigen agenda. Op drie plekken worden nu voor hetzelfde doel gegevens ingevoerd en bijgehouden. Insteek van de drie partijen kan leiden tot een beter product tegen minder kosten.
- Het WMO-loket is een aantal jaren geleden aan een marktpartij gegund, terwijl ook de gezamenlijke Drentse bibliotheken hiervoor in de race waren. Hierdoor is een belangrijke kans door de Drentse gemeenten om de bibliotheken een kans te geven om onderdeel uit te maken van de integrale informatievoorziening gemist. Maar bibliotheken kunnen dus zeker wel meer participeren op dit soor terreinen. Dit wordt in mijn ogen te weinig door gemeentebesturen in Drenthe onderkend.
- Veel van de organisatiegegevens die in beide bovengenoemde initiatieven gebruikt worden maken deel uit van de gemeentelijke informatiegidsen. Deze wordt nu voor Emmen ( en in veel andere gemeenten) door een onafhankelijke partij gecontroleerd en bijgehouden. Iets wat de bibliotheek in mijn ogen prima als taak zou kunnen uitvoeren, ook al omdat dit toch al bij hun taken behoord.
- De inkomsten van de bibliotheek uit betaalde leners zou in mijn ogen groter moeten worden. De subsidie vanuit de gemeente zou ook anders tot stand kunnen komen. Bijvoorbeeld door voor ieder inwoner van de gemeente die lid is een deel van het abonnementsgeld te betalen en daardoor de bibliotheek voor een ieder toegankelijker te maken. Koppel daaraan een veel lagere subsidie voor het behoud van een structuur, dan geef je de bibliotheek meer mogelijkheden.
Gelet op het feit dat de bibliotheek haar kosten voornamelijk heeft zitten personeel en gebouwen, betekent een bezuiniging van 5% op korte termijn een afkalving van de dienstverlening aan de gebruikers. Eén van de mogelijkehden voor aanvulling van de korting ligt bijvoorbeeld in de verhoging van de abonnenementsprijs of de herintroductie van tarieven voor reservering, etc. Uiteindelijk wordt de rekening dus toch bij de burgers gelegd. Met daarbij de kans dat de bibliotheekinstelling verwordt tot een ietwat elitaire voorziening met een te hoge finaciële drempel om een basisvoorziening genoemd te kunnen worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten